Walnotenbomen kunnen last krijgen van verschillende plagen die schade veroorzaken aan de noten, bast of wortels. Veel van die schade komt van larven die in of rondom de grond leven, zoals de walnootvlieg en de walnootboorder.
Met aaltjes kun je deze plagen op een natuurlijke, milieuvriendelijke en effectieve manier bestrijden.
Voordat je aaltjes gebruikt, is het belangrijk te weten welke plaag de schade veroorzaakt:
Zwarte of rotte walnoten: vaak door de walnootvlieg of walnootboorder.
De larven vreten aan de schil en de dop, waardoor noten zwart worden en vroegtijdig vallen.
Afstervende jonge walnotenbomen of zwakke groei: kan wijzen op engerlingen of emelten die aan de wortels eten.
In bijna alle gevallen overwinteren deze larven in de bodem onder de boom — en dáár kunnen aaltjes hun werk doen.
Aaltjes (nematoden) zijn microscopisch kleine wormpjes die in vochtige grond leven. Ze zijn natuurlijke vijanden van vele larven die schade aan walnoten veroorzaken.
Zo pakken ze de plaag aan:
De aaltjes bewegen zich actief door de bodem.
Ze vinden larven van de walnootboorder, walnootvlieg of engerlingen.
Ze dringen de larve binnen en brengen natuurlijke bacteriën mee.
De larve sterft binnen enkele dagen, waarna de aaltjes zich vermeerderen en verder trekken.
